icoon
Een icoon is een klein symbool of plaatje op uw computer, telefoon of tablet. Als u erop klikt, opent een programma of een app. Een icoon wordt ook wel logo of pictogram genoemd.
identiteit
identiteit
Identiteit is wie u bent als persoon. Uw identiteit wordt bepaald door zaken die u uniek maken, zoals hoe u eruit ziet, hoe u spreekt en wat uw meningen zijn. Uw identiteit bepaalt hoe u uzelf en de wereld om u heen ziet. Daarnaast heeft identiteit ook een officiële kant. Uw officiële identiteit verwijst naar de officiële gegevens die bij u horen, zoals uw naam, geboortedatum, nationaliteit, en burgerservicenummer (BSN). Bij deze officiële identiteit horen ook documenten zoals een paspoort of identiteitskaart. Uw DigiD is uw officiële identiteit op internet. Deze gegevens en documenten worden door overheden en organisaties gebruikt om u officieel te herkennen en te registreren. Registreren betekent: uw persoonlijke gegevens toevoegen aan een officiële lijst met namen. Zo’n lijst heet een register.
infectie-gevaar
infectie-gevaar
Infectie-gevaar betekent dat er een risico is dat u of anderen besmet raken met een virus, bacterie of schimmel. U kunt dan ziek worden, bijvoorbeeld met griep, corona of een longontsteking. Infectie-gevaar is groter op plekken waar veel mensen dicht bij elkaar zijn, zoals in een wachtkamer, ziekenhuis of verzorgingshuis. Ook als iemand hoest of niest zonder de hand voor de mond, kan het gevaar groter zijn. U kunt infectie-gevaar verkleinen door goede hygiëne, zoals handen wassen, hoesten in uw elleboog en soms een mondkapje dragen. Ook een prik (inenting of vaccinatie) kan helpen om uzelf en anderen te beschermen tegen ziekte. In zorg-instellingen letten medewerkers extra goed op om besmetting te voorkomen.
informeren
informeren
Informeren betekent dat u iemand informatie geeft of zelf informatie krijgt. U kunt iemand informeren door iets te vertellen, een brief te sturen, te bellen of een e-mail te schrijven. Als u zich informeert, zoekt u informatie op om iets beter te begrijpen. Dit kan via internet, een folder, een gesprek met een arts of bij de gemeente. In de zorg is informeren belangrijk. Uw arts informeert u bijvoorbeeld over een onderzoek of behandeling. U kunt ook zelf vragen stellen om goed te weten wat er aan de hand is. Zo kunt u betere keuzes maken voor uw gezondheid.
inloggegevens
inloggegevens
Als u wilt inloggen op een website of app, dan heeft u inloggegevens nodig. Meestal bestaan inloggegevens uit een gebruikersnaam en een wachtwoord. Hiermee laat u zien wie u bent, zodat u toegang krijgt tot uw mijn-omgeving met persoonlijke gegevens. De combinatie van gebruikersnaam en wachtwoord wordt ook wel inlog-account genoemd.
inloggen
inloggen
U logt in als u zich aanmeldt op een computer of bij een website om toegang te krijgen. Om te kunnen inloggen heeft u meestal een gebruikersnaam en wachtwoord nodig. De combinatie van een gebruikersnaam en wachtwoord wordt ook wel ‘account’ of ‘inlog-account’ genoemd. Nadat u bent ingelogd bij een website, komt u op dat deel van de site, dat alleen voor u toegankelijk is en waar persoonlijke informatie over u staat. We noemen dit een ‘mijn-omgeving’. Daarom is het belangrijk dat u uw gebruikersnaam en wachtwoord niet met anderen deelt. Anders kunnen zij hier ook mee inloggen en zo bij uw persoonlijke informatie komen. En als ze kwaad willen, kunnen ze dan iets veranderen in het voordeel van zichzelf en in het nadeel van u.
inlogscherm
inlogscherm
Het inlogscherm is het scherm dat u op uw computer krijgt, als u wilt inloggen. Om bij het inlogscherm te komen, moet u bij websites meestal op een knop of link rechtsboven in het scherm klikken, zoals ‘Inloggen’ of ‘Mijn Belastingdienst’. Op het inlogscherm kunt u vaak kiezen hoe u wilt inloggen. Bij websites van de overheid logt u in met de DigiD app of met sms-controle. Kiest u met sms-controle dan krijgt u een scherm waar u uw DigiD-gebruikersnaam en DigiD-wachtwoord kunt intypen.

instructie-video
instructie-video
Een instructie-video is een filmpje waarin stap voor stap wordt uitgelegd hoe u iets moet doen. U ziet en hoort tegelijk wat de bedoeling is. Dat maakt het makkelijker om iets te leren of te begrijpen. In de zorg kunt u een instructie-video bekijken over bijvoorbeeld het innemen van medicijnen, het gebruik van een hulpmiddel of het aanvragen van zorg. U kunt de video pauzeren of terugspoelen als u iets niet meteen snapt. Een instructie-video helpt u om iets zelfstandig te doen, zonder dat iemand het eerst moet voordoen.